Fietsers versus automobilisten, een dagelijkse realiteit op de Expresweg. Omwille van die verkeersellende vragen velen zich al jaren af hoe het nu feitelijk zit met die fietstunnel die onder deze drukke weg zou komen. Wij trokken met deze vraag en meer rechtstreeks naar de bron, schepen van Mobiliteit Kontich Willem Wevers
Op een zonovergoten zondagmiddag spraken we met Willem Wevers (N-VA) af aan het gemeentehuis in Kontich. Als gemeenteraadslid en schepen van Mobiliteit, Openbare Werken en Jeugd is hij dé geknipte persoon om onze vragen aan te stellen.
Kan u kort uitleggen waarom u in de politiek bent gegaan?
“Ik ben altijd wel geëngageerd geweest. Ik heb bij jeugdbewegingen gezeten en ook in het jeugdhuis Komaf in Kontich Kazerne vond ik het altijd plezant om me in te zetten zodat de jongeren iets konden komen drinken. Het spreekt me altijd aan om me in te zetten voor de samenleving om er iets beters van te maken. Er is ook een beetje een traditie in mijn familie langs moederskant, maar vooral langs vaderskant. Mijn grootvader was een van de stichters van N-VA in Genk. Het was niet zo dat het bij ons thuis altijd over politiek ging, maar op een of andere manier moet ik toch die politieke microbe hebben over gekregen.”
U bent oud-leerling van Sint-Rita, hoe heeft Sint-Rita bijgedragen tot wie u nu bent?
“Je zit daar van je 12 tot je 18 jaar, dus dat heeft je uiteraard echt wel gevormd. Ik woonde vroeger niet in Kontich bijvoorbeeld, maar door Sint-Rita heeft heel mijn sociaal leven zich in Kontich afgespeeld. Ik heb er eigenlijk heel graag gezeten. Ik vond het een leuke school en het heeft me echt wel voorbereid op mijn latere studies. Zonder enige twijfel, mochten mijn kinderen de nodige talenten hebben om naar een ASO-school te gaan, zou ik graag hebben dat ze naar Sint-Rita gaan. Eigenlijk mag ik dat niet zeggen, want mijn vrouw geeft les op Sint-Jozef en dat is natuurlijk ook een goede ASO-school. Sint-Rita vond ik een heel aangename school en ik denk dat dat zo gebleven is. Ik heb er heel mooie herinneringen aan die ik altijd met me mee zal dragen.”
Mobiliteitsprobleem
Was u betrokken bij het nieuwe mobiliteitsplan van Kontich een paar jaar terug?
“Ja, het studiebureau had dat uitgewerkt en ik was de begeleidende schepen daarvan. Dat was niet altijd even gemakkelijk. De scholen Sint-Rita en Sint-Jozef brengen zoveel fietsers met zich mee dat ik vind dat zij het uitgangspunt moeten zijn van de verkeerscirculatie. In het vorige plan was dat absoluut niet het geval. In dat plan werd de fietser er achteraf pas bij geplakt en moesten ze hun plan maar trekken. Ik wilde die redenering omdraaien. Ik fiets zelf dagelijks door Kontich en elke keer weer denk ik “Man, man, man, dat hier zoveel duizenden leerlingen, fietsers door moeten!” Dat zou niet mogen, dus doen we wat we kunnen en investeren we in fietspaden en dergelijke om het toch maar zo veilig mogelijk te maken. We hebben onlangs cijfers gekregen van de politie ten opzichte van het vorige circulatieplan en op de 3 jaar tijd dat ik schepen ben, zijn er al 18% minder letselongevallen per jaar. We zijn wel op de goede weg, maar we zitten jammer genoeg nog altijd niet in de kopgroep. We zaten achter het peloton en nu zitten we erin, maar ik zou graag jaar na jaar minder ongevallen hebben in de gemeente en dat lijkt wel te lukken. Onze aanpak werkt, nu moeten de mensen het gevoel krijgen dat Kontich wel veiliger wordt zodat ze de fiets durven nemen. Hoe meer mensen er fietsen, hoe veiliger het wordt.”
Tunnel
Wat vindt u zelf van de veiligheid van het kruispunt met de Expresweg voor Sint-Rita?
“Het is werkelijk onwaarschijnlijk, onbegrijpelijk zelfs dat dit al tientallen jaren aansleept en nog steeds niet is opgelost, op wat oplapwerk na. Natuurlijk, dit probleem is wel serieus vergroot sinds het groeien van de school en de steeds grotere opkomst van auto’s op de baan, wat maakt dat het tien jaar geleden lang zo erg niet was als het nu is.
Maar hoe dan ook moet die tunnel er echt komen. De schop moet in de grond en ik wil die er deze legislatuur nog in! Dit hangt af van andere dossiers, zoals de mogelijke verkaveling Groenveld waaraan het gekoppeld is. Zou Groenveld er niet komen, moeten we het heft in eigen handen nemen en dit met de gemeente zelf oplossen. Het kan zo niet langer.”
Wat zou het plan voor de tunnel concreet zijn?
Iedereen heeft altijd gedacht dat de tunnel onder het kruispunt komt, maar als je even kijkt, zie je dat daar geen ruimte voor is.
* De rode streep die rechtsonder begint is het toekomstige fietspad aan de Rubensstraat, die als tunnel zou worden doorgetrokken onder de Expresweg om dan aan de overkant weer boven te komen en aan te sluiten bij het fietspad naast de Expresweg . Ook zou de groene zone voor het school, linksboven op het plan, autovrij worden en de school dus getrakteerd worden op een mooi autoluw plein in plaats van de drukke overgang van Expresweg-Pierstraat. De gedetailleerde plannen staan onderaan het artikel. *
Als we er in slagen om de tunnel daar te krijgen, dan denk ik dat ik heel content zal zijn en me geen vragen zal moeten stellen op welke realisatie ik het meest trots ben.
Wanneer zal het uitgevoerd zijn?
“Binnen twee à drie jaar moet de tunnel er komen, de plannen zijn immers volledig uitgetekend. Het enige dat er nog nodig is om het proces in gang te zetten is een aannemer en de bouwvergunning. Daarvoor is het eerst nog wachten op nieuws over de verkaveling: komt deze er, dan zal de tunnel echt niet lang meer op zich laten wachten. Komt ze er niet, dan doen we het zelf.”
Stel dat de werkzaamheden beginnen aan de tunnel, gaat dat dan geen hinder teweegbrengen?
“Ongetwijfeld, maar dat is het minste. Concreet zullen we een rijrichting afsluiten en zal het verkeer tijdelijk naar een andere rijstrook geleid worden, wat de nodige hinder met zich zal meebrengen. Uiteraard proberen we deze hinder natuurlijk wel zoveel mogelijk te beperken. Want als er nu één verkeersellende zou zijn die de mensen begrijpen, dan is het wel deze. Je kan geen omelet bakken zonder eieren te breken! Ik wil echt, in het voordeel van iedereen, dat die fietstunnel er komt.”
Politiek klimaat
Is het makkelijk voor u om beslissingen uit te voeren?
“Die administratieve mallemolen waarvan ze altijd spreken, dat is écht zo. Alles duurt heel lang. Ik snap dan ook dat mensen er geen begrip voor hebben als je niet weet wat voor soort organen zo’n voorstel allemaal moet passeren. Er zijn immers misschien wat teveel regeltjes en procedures.
Concreet in mijn ambt kunnen ideeën op gemeentelijk vlak snel worden gerealiseerd, als het niet teveel kost en het met onze eigen technische dienst te doen valt. Als er echter subsidies bij komen kijken, duurt het al snel een stuk langer omdat we dan opnieuw een procedure moeten doorlopen.”
Het vertrouwen en de interesse van burgers in politiek is gedaald. Hoe wilt u dit specifiek verbeteren bij de jeugd?
“Daar heb ik mijn hoofd ook al over gebroken. Ik denk dat dat ook wel een van de zaken is waar dat N-VA in slaagt: jonge mensen geïnteresseerd maken in politiek.
Ik geloof niet dat de jeugd niet geëngageerd is. Ik geloof wel dat ze het moeilijk vinden om geïnteresseerd zijn in politiek, maar als je ziet hoeveel jongeren in jeugdbewegingen zitten of zich op andere manieren organiseren, dan ben ik ervan overtuigd dat die interesse er nog steeds in zit. Ik hoop dat de politiek erin slaagt om het beeld van zakkenvullers te keren, want ik denk dat dit voor een groot deel niet klopt, over de partijgrenzen heen.
De politiek moet maken dat ze zich terug aantrekkelijk maakt door een volwaardig politiek beleid in plaats van politieke spelletjes te spelen zodat ook de jeugd het beter krijgt. Er moet meer naar de mensen geluisterd worden.”
Heeft u het gevoel dat u de Kontichenaars vertegenwoordigt?
“We hebben wijkraden opgericht waardoor er veel inspraakmogelijkheden via allerlei wegen zijn ontstaan, maar ik heb zelf ook principes die ik niet wil verloochenen.
Als lokale politicus wil je gewoon goed doen voor de mensen die in je dorp wonen en ik probeer dat wel te doen door met mensen te praten. Maar op verkeersvlak is dat niet altijd gemakkelijk. Ze zeggen dat er bij het EK 11 miljoen bondscoaches zijn, wel, in Kontich wonen 21 duizend verkeersdeskundigen.
Maar we moeten met mensen blijven praten, dat is de basis van onze democratie. Ik ben er immers van overtuigd dat het grootste deel van de mensen genuanceerder is dan wat we in de gazet lezen.”
interview door
Kamil Bernaerts en Sandy Van den Bossche