De drie biggetjes zonder boze wolf

 E 

r waren eens drie biggetjes, maar nu zonder boze wolf. Deze besloot om veganistisch te worden en had daardoor geen reden meer om de biggetjes te verslinden. De biggetjes raakten in paniek, want zonder de wolf hadden ze geen verhaal meer en daarom startten ze een heuse zoektocht naar de slechtste slechterik uit Sprookjesland.

Meteen belden ze hun goede vriendin Belle op om te vragen of haar beest niet even wilde invallen. Helaas werden ze teleurgesteld. Belle vertelde hen dat ze nog op huwelijksreis waren in Hawaii. De biggetjes dachten diep na en plots hadden ze een geweldig idee: Roodkapje had natuurlijk ook een wolf. Gelukkig woonde zij niet ver. Ze pakten hun zakjes en gingen op weg naar het  sprookjesbos.

Daar aangekomen klopten ze op de deur van Roodkapje’s huis. Wanneer ze zag dat de biggetjes voor haar deur stonden, keek ze hen verbaasd aan. ‘Wat doen jullie hier?’ vroeg ze. ‘We vragen ons af of we jouw boze wolf misschien mogen lenen?’ zeiden ze in koor. Roodkapje krabde achter haar oor en stamelde: ‘ehh ik vrees dat hij nog te veel op zijn maag heeft liggen. Volgens de dokter heeft hij na al wat er gebeurd is nierstenen gekregen.’ De biggetjes zuchtten. Alweer kon niemand hen helpen.

Ze dachten weer diep na. Welke slechterik konden ze in hun verhaal gebruiken? De laatste tijd gingen er roddels rond over de boze stiefmoeder van Sneeuwwitje. Nadat sneeuwwitje was getrouwd, verloor de stiefmoeder al haar geld en was er niet meer genoeg om scheermesjes te kopen. Het resultaat was dat ze evengoed kon doorgaan voor wolf of in ieder geval als een harig beest.

De biggetjes trokken er op uit en na een lange tocht kwamen ze eindelijk aan bij het OCMW. Aan de balie vroegen ze naar de boze stiefmoeder. Ze was namelijk zo arm dat ze in een kamertje bij het OCMW verbleef. Angstig klopten ze bij haar aan. Wanneer de boze stiefmoeder haar hoofd om de deur stak, schrokken de biggetjes zich rot. Ze hadden wel al wilde verhalen gehoord maar ze wisten niet dat het echt zo erg zou zijn. Zonder iets te zeggen draaiden ze zich om en liepen ze zo snel als ze konden terug naar huis. Wat had hen zelfs bezield om dit te willen vragen? De boze stiefmoeder was veel te eng voor hen.

De biggetjes waren ten einde raad en besloten om het sprookjesbos te verlaten en naar Amerika te trekken. Daar aangekomen startten ze hun zoektocht naar werk. Het biggetje met het strooien huisje vond al snel werk bij de bakker. Het biggetje met het houten huisje vond dan weer werk bij een schrijnwerkerij. Zo bleef enkel het biggetje met het stenen huisje over. Nadat hij het hele land was doorgetrokken, hoorde hij dat er ergens ver weg in een groot wit huis een machtige man met een oranje huid en een geel vogelnest op zijn hoofd woonde. Deze zocht nog een goede vakman om een grote muur te bouwen. Het biggetje werd snel aangenomen en iedereen leefde nog lang en gelukkig.


Geschreven door

Kato Tuinstra

Niki Lemaire

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.